Column 2

Ik ben ’s morgens niet op mijn gezelligst. En dat druk ik dan nog netjes uit. Een grafhekel heb ik aan het fenomeen vroeg op staan. Alles voor 10 uur vind ik vroeg op staan. De idioot die heeft verzonnen dat we om half 9 moeten beginnen, mag vast gesnoerd worden op een stoel waarbij hij om de minuut een druppel op zijn hoofd krijgt. Wat dat aangaat kan ik beter een baan nemen met nachtdiensten, maar websites schijnen overdag ontworpen te moeten worden. Overigens denk ik ook niet dat klanten het erg op prijs stellen als ik midden in de nacht op bel met de vraag of de kleuren in hun site wel naar hun smaak zijn.
Familie en vrienden die mij eens op vroege morgen hebben meegemaakt, zijn wel op de hoogte van het volgende tafereel; ik ben niet aanspreekbaar, ik moet niet naar iets moeten zoeken, geluiden moeten niet te hard zijn en alles wat op vrolijkheid duidt moet uit mijn buurt blijven. Gebeurt iets in de rijtje wel, of nog erger, twee of meer van deze dingen, dan krijg ik gewoonweg moordneigingen. Meestal blijft dit wel binnen de perken van alleen maar een snauw of een vuile blik, maar ik ben wel voor de rest van de dag verpest; of de zon nou schijnt of niet, ik ben bloedje chagrijnig.
Nou heb ik het voorrecht dat ik boven een groenteboer woon. Sterker nog, de man heeft praktijk aan huis. Deze man begint al om 6 uur. Dit weet ik, omdat ik wel eens wakker wordt van een krat meloenen die op de grond neer komen of een vrachtwagen die schijnbaar zijn motor moet laten draaien anders kunnen de tomaten niet overgeheveld worden. Om 8 uur gaat zijn winkeltje open. Wonderbaarlijk heeft de man zelfs dan al klanten. Vroege vogels hebben schijnbaar al in het begin van de dag groenvoer nodig. Twee uur later een mandarijn kopen is er niet bij anders vallen ze flauw of iets dergelijks. En om deze ketters te klant te houden, wil de groenteboer nog wel eens, terwijl hij de perziken zorgvuldig afweegt, een gezellig deuntje fluiten.

U begrijpt, ik heb het niet zo op vitaminen.
Het liefst zou ik de beste man met zijn eigen komkommers op zijn fontanel te slaan. Heel hard. Maar ik weet me nog tot op heden toe te beheersen.
Ik koop mijn tomaten gewoon elders en loop dan, in een duidelijke als Albert Heijn herkenbare tas, een paar keer met mijn waar voor zijn winkel heen en weer. Dat zal hem leren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten