Kapsalon

Op Zuidplein is weinig sfeervols te ontdekken. Het bevindt zich op zijn hoogtepunt wat armoedigheid betreft. Enige wat nog een beetje cachet heeft, is het shoarma tentje. Het is nog kleiner dan de openbare wc's er tegenover en met de hygiëne nemen ze het ook niet zo nauw (worden we niet vrolijk van), maar het er is er in ieder geval een levendige boel. Nou heeft Zuidplein niet te klagen wat betreft 'levendigheid', maar dat zou ook gemakkelijk onder het kopje 'hangjongeren' kunnen vallen (lees; je kan op een zaterdagmiddag niet in een rechte lijn van de Hema naar de Footlocker lopen...nou kan dat ook niet omdat er een pinautomaat tussen staat...maar STEL). En ze hebben lekker voer! Man...

Soms, als ik vind dat ik al teveel halal eten naar binnen heb gewerkt die week, ga ik op zoek naar een alternatief aldaar. Zo kwam ik bij het eettentje van de V&D. Broodje ham nam ik. Met dat broodje in de hand zocht ik een zitplek om dat broodje fijn soldaat te maken. Ik wil graag mensen kijken als ik eet. Dan heb je namelijk een goed excuus. Ik wil wel de hele dag mensen kijken, maar ik denk dat ik dan uiteindelijk muntjes toegestopt krijg (terwijl ik niet eens een straatkrant in mijn handen heb dan; vrijgevige mensen heb je toch op de wereld). Dus ik besloot op de koude grond te gaan zitten. Wel tegen een muurtje aan natuurlijk. Ik ga niet midden in de loopruimte zitten. Terwijl ik kauwde op die vieze ham (never broodjes daar kopen mensen!) keek ik omhoog naar de elite die bij La place aan het eten waren. Vanuit kikkerperspectief kijk je dus ónder de tafeltjes aldaar. En ónder die tafeltjes zaten dus allemaal kauwgommetjes! Helemaal vól! Vond wel een mooi contrast.

(En ik zag aan de overkant een jongetje onder de gele jurk van een paspop duiken...Die komt er wel die knul...)

Nachtrit

Vannacht reed ik een nachtrit. Samen met nog 20 andere MG’s van de club een route rijden die begon om 12 uur 's nachts (de naam is natuurlijk ergens op gebaseerd) en eindigde om 8 uur 's ochtens. Slapeloze nachten gingen hier al aan vooraf of ik wel mijn ogen open kon houden om mijn vader de auto de juiste weg in te sturen, maar het ging mij wonderbaarlijk goed af. De eerste 3 uur. Want het gevecht tegen de slaap is een zeer vermoeiend spel.

Het fenomeen komt namelijk in fases. Fase 1 begint nog redelijk onschuldig met wat gapen. Dit is te overzien. Met wat optimistische praat en wat ontkenning kom je een end. Snel hierop volgen de prikkende ogen. Ook deze zijn nog wel te behappen. Vooral als je er wat Red Bull tegenaan gooit (figuurlijk) zijn deze 2 fases zeker wel door te komen. (Waarom dat vocht overigens geel is, is mij nooit helemaal duidelijk geworden). Maar na 3 uur zet de slaap zijn grootste troef in; het gedeeltelijk uitschakelen van de geest. Dit uit zich in het praten in steno, het hoofd wat alleen maar rechtuit wilt kijken en de volledige overgave van het lijf aan de zwaartekracht (ik reken hierbij oogleden en tevens het kapsel ). Je moet van goede huize komen om niet de afslag Dromenland te pakken. Het koste mij vreselijk veel moeite; veel ogen wrijven, verzitten en concentreren op de witte banen op het asfalt voor mij, hielden mij op de rit. Maar rond de klok van 5 had de slaap nog 1 kaart in handen; de warm wordende wangetjes. Je hebt het gevoel alsof je 2 hele bolle dampende rooie wangetjes hebt die zich als een gloed langzaam uitbreiden rond je hele hoofd en zich daar een gewicht aanmeten van zo’n 2 kilo. De wangen willen dan ook maar 1 ding en dat is op een kussen liggen met veel zacht dons. En dat laten ze je weten ook! Je krijgt visioenen van dikke dekbedden en schone lakens, enorme Zweedse matrassen met blokjes motief, en dikke sloffen en warme pyjama’s en en….
Het werd me bijna fataal. Maar ik heb het toch gered!

Ik kan zonder gene zeggen dat ik toch redelijk trots op mezelf was na deze overwinning. En toen ik dan toch eindelijk de slaap zijn zin gaf, hield híj het maar amper 2 uur vol! Daarna was ik klaarwakker! Nog vreselijk moe, maar alle dromen bleven uit! Wat is Klaas Vaak eigenlijk een kinderachtig ventje zeg…

Fiets (Column 3)

Al jaren had ik niet op de fiets gezeten. Sinds ik in Rotterdam woon, doe ik alles met de auto. Of ik ga, maar alleen als het echt te belachelijk is om naar het einde van de straat te rijden met je bolide voor een halfje wit, lopend. Nou was mijn rijwiel netjes meeverhuisd, maar daarna gewoon in de kelder geflikkerd en had daar mooi dienst gedaan om natte dweilen over heen te gooien of om losse knijpers aan te bevestigen. Maar met die eerste zonnestralen had ik ineens het idee opgevat; ik ga weer eens fietsen!
Eerst maar een pomp en een slot aanschaffen. In een klein fietsenwinkeltje werd mij het beste slot van tegenwoordig overhandigd door een klein mollig mannetje in een duidelijk overjarige overall. ’De rest knippuh ze zo door’; wijzend met zijn zwarte vingers naar de goedkopere varianten. Ik liet me nog even de beste bevestiging methode aanleren, en ging met de hele handel richting fiets. Hoogst verbaast merkte ik daar dat de lucht die ik met mijn nieuwe aanwinst in de banden bracht, ook bleef echt zitten! Ik kon dus meteen op stap! Nog even een lapje over het zadel om de ergste stof te verwijderen en snel naar buiten. Voorzichtig gaf ik mezelf een zetje…en…zowaar…ik fietste! Ik kon het nog! Spontaan zag ik meteen weer het beeld voor me van ongeveer 20 jaar geleden; mijn trotse vader aan het eind van het grasveld met zijn armen wijdt. (Op mijn Loeki fietsje kon ik de trappers wel vinden maar de rem ontdekte ik pas wéken daarna. Had de man goed ingecalculeerd trouwens, anders had ik voor eeuwig rondjes moeten blijven rijden ).
Maar al gauw merkte ik het wezenlijke verschil met de tegenwoordige tijd. Ik was maar net de hoek om, of ik begaf me tussen de ergste obstakels; het meteen kunnen mengen tussen het overige verkeer van auto’s, opgeschoten jongeren en brommobieltjes. Naast dat mijn fiets kreunde en piepte van deze plotselinge aandacht kon ikzelf ook kon geen kreun en piep onderdrukken; mijn coördinatievermogen moest ineens omgezet worden van automobilist in fietser! En dat is best een verandering! Als autorijder moet je gewoon de weg volgen. En staat er iets in de weg, een bus ofzo, dan stop je en vervolg je daarna je reis weer. Maar als fietser heb je ineens de optie om daar langs te flaneren! En hou je je wèl aan het fietspad dan moet je die razendsnel kunnen vinden, want die gaan over van rood naar zwart asfalt en zo hup, dwars over de weg naar het midden enzenz. Ik raakte lichtelijk gestrest!
Na 10 minuten ben ik dan ook achter een al ervaren fietser (een oud vrouwtje die net terug kwam van de dagelijkse boodschappen, te zien aan haar volle AH-tas voorop) gaan rijden en kwam ik zo weer ongehavend thuis. Fiets in weer in de kelder en ik op de bank. Sportief doe ik nog wel een keer. Op rolschaatsen ofzo (of heten dat tegenwoordig geen skeelers?)

Column 2

Ik ben ’s morgens niet op mijn gezelligst. En dat druk ik dan nog netjes uit. Een grafhekel heb ik aan het fenomeen vroeg op staan. Alles voor 10 uur vind ik vroeg op staan. De idioot die heeft verzonnen dat we om half 9 moeten beginnen, mag vast gesnoerd worden op een stoel waarbij hij om de minuut een druppel op zijn hoofd krijgt. Wat dat aangaat kan ik beter een baan nemen met nachtdiensten, maar websites schijnen overdag ontworpen te moeten worden. Overigens denk ik ook niet dat klanten het erg op prijs stellen als ik midden in de nacht op bel met de vraag of de kleuren in hun site wel naar hun smaak zijn.
Familie en vrienden die mij eens op vroege morgen hebben meegemaakt, zijn wel op de hoogte van het volgende tafereel; ik ben niet aanspreekbaar, ik moet niet naar iets moeten zoeken, geluiden moeten niet te hard zijn en alles wat op vrolijkheid duidt moet uit mijn buurt blijven. Gebeurt iets in de rijtje wel, of nog erger, twee of meer van deze dingen, dan krijg ik gewoonweg moordneigingen. Meestal blijft dit wel binnen de perken van alleen maar een snauw of een vuile blik, maar ik ben wel voor de rest van de dag verpest; of de zon nou schijnt of niet, ik ben bloedje chagrijnig.
Nou heb ik het voorrecht dat ik boven een groenteboer woon. Sterker nog, de man heeft praktijk aan huis. Deze man begint al om 6 uur. Dit weet ik, omdat ik wel eens wakker wordt van een krat meloenen die op de grond neer komen of een vrachtwagen die schijnbaar zijn motor moet laten draaien anders kunnen de tomaten niet overgeheveld worden. Om 8 uur gaat zijn winkeltje open. Wonderbaarlijk heeft de man zelfs dan al klanten. Vroege vogels hebben schijnbaar al in het begin van de dag groenvoer nodig. Twee uur later een mandarijn kopen is er niet bij anders vallen ze flauw of iets dergelijks. En om deze ketters te klant te houden, wil de groenteboer nog wel eens, terwijl hij de perziken zorgvuldig afweegt, een gezellig deuntje fluiten.

U begrijpt, ik heb het niet zo op vitaminen.
Het liefst zou ik de beste man met zijn eigen komkommers op zijn fontanel te slaan. Heel hard. Maar ik weet me nog tot op heden toe te beheersen.
Ik koop mijn tomaten gewoon elders en loop dan, in een duidelijke als Albert Heijn herkenbare tas, een paar keer met mijn waar voor zijn winkel heen en weer. Dat zal hem leren.

Buikdanseres raakt bil kwijt

Stukje gelezen op Nu.nl:

Buikdanseres raakt bil kwijt
Uitgegeven: 19 maart 2007 10:14
Laatst gewijzigd: 19 maart 2007 10:15
AMSTERDAM - Een Duitse buikdanseres heeft bijna 20.000 euro schadevergoeding geëist van een plastisch chirurg. De arts zoog een van haar billen weg, terwijl de 38-jarige danseres alleen vet van een van haar dijen verwijderd wilde hebben.

Julia Meyer, die optreedt onder de artiestennaam 'Cleopatra', werd in de privé-kliniek plaatselijk verdoofd, waardoor ze niet besefte dat de arts haar verkeerde lichaamsdeel behandelde. Toen de patiënte het eindresultaat te zien kreeg viel ze bijna flauw. "Mijn halve kont was weg. Compleet weggezogen!"
Vanwege de medische misser kan de buikdanseres voorlopig niet optreden. De Duitse vrouw kampt met een trauma en durft ook niet meer naar het zwembad.


Een bil op de dansvloer. Ik las het natuurlijk verkeerd. Althans, ik las het wel goed, maar mijn fantasie ging er weer mee aan de haal. Eigenlijk wilde ik het stukje eronder niet meer wilde lezen; in de angst dat dit niet gelijk zou zijn aan het filmpje wat er in mijn hoofd al afdraaide: een exotische dame die zo in haar buikdans verzonken is dat ze haar lichaam niet echt meer onder controle heeft en zo, pardoes, een stuk kont de dansvloer opzwiept. Achteraf had een deel van haar buik waarschijnlijk treffender geweest, maar ja…ik ben heb het niet verzonnen.
Maar nee, de schuld hier ging uit naar de plastisch chirurg. Die was iets te royaal geweest met wegzuigen. Waarschijnlijk met de gedachte;’die wijven zeiken altijd over die dikke achterwerken…pak ik dit ook mooi maar even mee’. En hopende dat de mevrouw, al dansende, de boel wel in proportie zou deinen. Maar zijn patiënt ging al meteen plat bij het aanblik van zijn noeste werk, dus weg illusie.
Cleopatra. Zo noemde ze zich. Naar de prachtige koningin van Egypte. Nu durft nu niet meer naar het zwembad. Of ze nog wel een dansje waagt is dan weer nergens terug te lezen. Wel dat ze Duitse is.
Vond ik mijn versie van het verhaal toch spannender.

iffr

Anderhalf uur stond ik al in de rij van de 'centrale' kassa van het Rotterdams filmfestival voordat een vrouw met een hardnekkige kruin op haar achterhoofd, verderop in de rij, een klacht indiende bij een passerende medewerkster. Ik had ook graag een steentje willen bijdragen in de trant van;'Dit kán toch werkelijk niet!' (ik draai er liever niet omheen als ik ontevreden ben), maar ik was mijn stem kwijt. Niet zoals eergister met mijn portemonnee, maar kwijt alsin 'verkoudheid'. Om een één of andere duistere reden ben ik altijd ziek tijdens het festival. Is het niet kramp in de kuit, dan is het wel tbc (echt!) of dus nu verkoudheid. Best een drama als je verbaal niet meer kan uiten. Zo stond ik op het hengsel van het meisje voor mij waardoor die bijna voorover kukelde tegen de mevrouw met de kruin, toen we éindelijk gezamenlijk een stapje vooruit mochten doen. Ik zei dus echt heus;'sorry',maar daar kwam dus geen geluid bij en dus nu heb ik iemand zwaar teleurgesteld.

Overigens zette de klacht van de kruinen vrouw geen echte zoden aan de dijk. Ze kreeg als antwoord;'ik neem het mee voor de ideeënbus'. Volgendjaar moet ik dus maar een uurtje eerder van huis weg...

Zucht

Allemaal leuk en aardig zo'n blog...maar ik snap er nog geen zak van. Zodra ik mij aanmeld kom ik nergens een wachtwoord tegen! Alsof iedere malloot ( ik had hier eigenlijk een ander woord getypt, maar nu leest héél Nederland mee...) op mijn blog kan komen. Alsof je de deur van je huis wagenwijd openzet en zelf bij deur blijft staan;'Goedemiddag...ja, loopt u maar door hoor...doe alsof je thuis bent...let niet op mij'.

Daarnaast was ik 2 uur geleden mijn portemonnee kwijt. Maar nu heb ik hem weer. De stress sloeg om het hart. Maar hij zat verstopt op een verkeerde plek in mijn tas. Pokke portemonnee..doe dat in je eigen tijd...

En nu heb ik 2 lettertypes en die krijg ik er niet meer uit...dit is dus mijn dag...laat dat duidelijk zijn...